Knowledge Base
AVM Content
- FRITZ!Box 7690
- FRITZ!Box 7682
- FRITZ!Box 7590 AX
- FRITZ!Box 7590
- FRITZ!Box 7583 VDSL
- FRITZ!Box 7530 AX
- FRITZ!Box 7530
- FRITZ!Box 7520
- FRITZ!Box 7510
- FRITZ!Box 7490
- FRITZ!Box 6890 LTE
- FRITZ!Box 6860 5G
- FRITZ!Box 6850 5G
- FRITZ!Box 6850 LTE
- FRITZ!Box 6690 Cable
- FRITZ!Box 6670 Cable
- FRITZ!Box 6660 Cable
- FRITZ!Box 6591 Cable
Aanpassen van de temperatuur die bij het smarthomeapparaat is gemeten
De temperatuur die wordt gemeten bij het smarthomeapparaat, bijvoorbeeld FRITZ!Smart Energy 200 of FRITZ!Smart Thermo 302, kan afwijken van de werkelijke kamertemperatuur. Als het smarthomeapparaat zich bijvoorbeeld naast de verwarming of achter een gordijn bevindt, is de temperatuur bij het apparaat waarschijnlijk hoger dan de temperatuur die je in het midden van de kamer met een thermometer meet. Deze afwijking kun je corrigeren door het smarthomeapparaat op een geschiktere plek te plaatsen en de temperatuurafwijking, de zogenaamde offset, in te stellen.
Daarnaast kun je een FRITZ!-schakelaar 440 als externe temperatuursensor gebruiken, die je op een voor het meten van de temperatuur geschikte plek in de kamer plaatst, bijvoorbeeld naast de bank.
Opmerking:De instructies voor de configuratie en informatie over de functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
1 FRITZ!-stopcontact optimaal plaatsen
- Steek het slimme stopcontact in een wandstopcontact.
- Zorg dat de ventilatieopeningen niet zijn afgedekt, dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht en zich niet rechtstreeks naast een verwarming bevindt.
- Verwijder mogelijke warmtebronnen in de buurt van het slimme stopcontact (bijvoorbeeld andere elektrische apparaten die warmte afgeven).
2 FRITZ!DECT Repeater optimaal plaatsen
- Steek de FRITZ!DECT Repeater in een wandstopcontact.
- Zorg dat de ventilatieopeningen niet zijn afgedekt, dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht en zich niet rechtstreeks naast een verwarming bevindt.
- Verwijder mogelijke warmtebronnen in de buurt van het apparaat (bijvoorbeeld andere elektrische apparaten die warmte afgeven).
3 Temperatuurafwijking instellen
Vooral tijdens de verwarmingsfase is de temperatuur van een ruimte op verschillende plaatsen zeer uiteenlopend. De tijd die nodig is tot de warmte gelijkmatig is verdeeld, hangt bijvoorbeeld af van de hoogte van het plafond of de aanwezigheid van nissen en erkers en kan sterk variëren. Stel daarom de offset pas in nadat de ruimte gedurende ca. 2 dagen constant tot de gewenste kamertemperatuur is verwarmd, zodat de warmte bijna gelijkmatig over de ruimte kan worden verdeeld:
Belangrijk:De temperatuur bij het apparaat zelf kan sterk variëren door tijdstipafhankelijke schommelingen, zoals incidentele blootstelling aan zonlicht of verminderde ventilatie, opwarming van het apparaat, enz. De afwijking van de temperatuur bij het apparaat zelf en de werkelijke kamertemperatuur is daardoor niet constant. De offset kan geen rekening houden met variabele temperatuurschommelingen.
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Smarthome’.
- Klik in het menu ‘Smarthome’ op ‘Apparaten en groepen’.
- Klik bij het apparaat in kwestie op de knop
(Bewerken).
- Stel onder ‘Temperatuurafwijking (offset)’ de werkelijke kamertemperatuur in door op min of plus te klikken.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
4 Andere temperatuursensor gebruiken
Het is raadzaam FRITZ!DECT 440 of FRITZ!Smart Control 440 te gebruiken als externe temperatuursensor, omdat je deze voor het meten van de temperatuur op de meest geschikte plek in de kamer kunt plaatsen, ongeacht de locatie:
Opmerking:Ook slimme stopcontacten, bijvoorbeeld FRITZ!Smart Energy 200, of FRITZ!DECT Repeaters kunnen de temperatuur meten. Houd er echter rekening mee dat de stopcontacten waarin je deze apparaten moet steken zich meestal op ongunstige plekken bevinden om de temperatuur te meten, bijvoorbeeld in de hoeken van een kamer of in de buurt van de grond. Voor gebruik van een externe temperatuursensor zijn dergelijke plekken in de kamer meestal niet geschikt.
Temperatuursensor gebruiken
- Plaats FRITZ!-schakelaar 440 op een geschikte plek in de ruimte, bijvoorbeeld naast de bank.
- Gebruik in de buurt van de FRITZ!-schakelaar 440 geen apparaten die warmte produceren.
Temperatuursensor selecteren
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op ‘Smarthome’.
- Klik in het menu ‘Smarthome’ op ‘Apparaten en groepen’.
- Klik bij de radiatorthermostaat in kwestie op de knop
(Bewerken).
- Schakel onder ‘Temperatuurafwijking (offset)’ de optie ‘Automatische offset-aanpassing met externe temperatuursensor’ in.
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst de gewenste temperatuursensor.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.